
Soms leidt opruimen tot verrassende ontdekkingen. Zo nu ook wanneer Alex onze filmcamera weer ontdekt met filmpjes van twaalf tot veertien jaar geleden. Vier kleine hummeltjes dartelen op het minischermpje voorbij. Ik kijk er met grote verbazing naar. Wat waren ze schattig, aandoenlijk, koddig en grappig! Ik kijk naar lekkere dikke billetjes in rompertjes en luister naar schattige kreetjes en woorden.
Ik ben in de war. De ziekte heeft bijna alles overgenomen, zeg ik vaak, vooral de toekomst. Maar is het nou zo dat de mito in mijn hoofd ook het verleden heeft overgenomen? Ben ik nou werkelijk vergeten hoe enorm schattig de mannen waren? In mijn hoofd waren de eerste jaren enorme tropenjaren. Maar op de filmpjes zie ik heerlijk lief spelende jongetjes met een enorm lieve, zorgzame grote broer. Ik ben een ras optimist, haal het goede uit elke situatie. Maar is het dan toch zo dat mijn herinneringen zijn overgenomen door die stomme ziekte?
De stemmetjes blijven hangen in mijn hoofd terwijl ik naar de grote pubermannen kijk. Waar zijn ze gebleven? Wanneer ben ik het kwijtgeraakt? Als ik had geweten dat we ze nu nog om ons heen zouden hebben, had ik dan andere herinneringen gehad? Zou ik dan de mindere dagen makkelijker vergeten zijn? Snotverdorie, rotziekte! Blijf met je klauwen van mijn jongens, mijn dromen en van mijn herinneringen af!
Hoe ga ik ervoor zorgen dat ik over tien jaar niet precies hetzelfde doe? Ik wil zo graag hopen en geloven dat de jongens er dan nog zijn. Misschien moet ik voorzichtig proberen te vertrouwen. Misschien wordt vandaag een dag vol mooie herinneringen en vol met mooie beelden die ik over tien jaar met plezier terug zie. Misschien…