Vera was ongeveer 11 jaar toen ze van haar ouders hoorde wat er echt met Jurgen aan de hand was. Kort daarvoor had ze tijdens het eten geroepen dat Jurgen niet alleen blind was, maar dat er meer met hem aan de hand moest zijn. Vera: ‘Mijn ouders wilden me het pas vertellen dat Jurgen NCL3 heeft, wanneer ik wat ouder was. Maar door mijn vraag moesten ze het wel vertellen. Mijn wereld stond op dat moment op zijn kop. Ook al was ik jong, ik besefte wat er stond te gebeuren: ik ga mijn broer verliezen.’
Wat vind je het leukst aan je broer?
‘Dat is zijn eeuwige glimlach. Hij is altijd vrolijk en maakt grapjes. Ik geniet altijd enorm als ik leuke dingen met hem kan doen. Zo is hij dol op de muziek van Marco Borsato en zijn we regelmatig naar zijn concerten gegaan. Jurgen is ook gek op FC Groningen en daarom hebben we een seizoenkaart. Iedere thuiswedstrijd proberen we er te zijn. Omdat hij blind is kan hij niet zien wat er op het veld gebeurt. Dan zit ik naast hem en dan doe ik live verslag. Inmiddels ken ik alle spelersnamen van Groningen uit mijn hoofd. Net zo lief ga ik met Jurgen bankhangen en tv kijken, daar kunnen we ook erg van genieten.’

Wat vind je er lastig aan dat je broer een stofwisselingsziekte heeft?
‘Toch wel het feit dat Jurgen niet oud gaat worden. Dat hele proces van aftakelen is niet fijn om te zien, dat doet me echt wat. Hij kan bijna niet meer lopen en praten en heeft regelmatig epileptische aanvallen. Sinds ik weet dat Jurgen ziek is, ben ik snel volwassen geworden. Ik ben ook gaan helpen met de zorg op bepaalde momenten. Dat doe ik nu ook nog. Ik wil mijn ouders ontlasten waar ik kan. Ik weet dat ik Jurgen op een gegeven moment moet loslaten, maar die gedachte vind ik ontzettend moeilijk en ik word er verdrietig van als ik er te lang over nadenk. Gelukkig heb ik fijne vriendinnen die mij gelijk helpen op de momenten dat ik hen nodig heb.’
Wat is je dierbaarste herinnering aan je broer?
‘Jurgen is ook gek op motoren. Dat geluid vindt hij prachtig. Een paar jaar geleden zijn we naar een circuit bij Barcelona geweest, naar een Motor GP. Jurgen had twee kaarten gewonnen die toegang gaven tot de motoren en de rijders. En hij nam mij mee. Dat was een heel bijzonder moment, dat we daar met zijn tweeën rondliepen tussen alle rijders. Eerst was hij wat verlegen en wat overweldigd. Maar zodra ik hem dan rustig vertelde wat er om hem heen gebeurde, ging hij genieten en ik daardoor ook. We hebben een hele sterke band.’