Als de dag van gisteren
Waar blijft de tijd, als de dag van gisteren herinneren Fons en Marjolein hun bezoek aan de 1ste Internationale Cystinose Conferentie, augustus 2000 in Bergamo. Hoe bijzonder was dat! Voor het eerst in je leven kennismaken met families uit Europa en de Verenigde Staten die ook een kind hebben met cystinose. Na afloop was de conclusie: we vertellen allemaal hetzelfde verhaal en voelen ons verbonden. Omdat we op deze bijeenkomst met 3 Nederlandse gezinnen aanwezig waren kwamen we vlot tot de conclusie dat we een eigen groep in Nederland wilden oprichten. Zo gezegd zo gedaan, op 19 november 2000 hebben we in Uithoorn onze eerste Nederlandse Cystinose Groep bijeenkomst gehad. Er hebben 18 families gereageerd op de start- uitnodiging waarvan er 9 daadwerkelijk aanwezig konden zijn.
De afgelopen 20 jaar is onze groep gestaag doorgegroeid, ook met leden uit het Vlaamse gedeelte van België. Op dit moment telt onze groep 50 mensen met cystinose. Trots zijn we op het feit dat kinderen die vroeger met hun ouders naar bijeenkomsten kwamen nu als volwassenen nog steeds komen. Dit komt mede door de zeer professionele steun die wij van Prof. Dr. Elena Levtchenko al die jaren hebben gekregen.
We organiseren ieder jaar een bijeenkomst met medische en praktische informatie. Eén keer in de 2 jaar is deze bijeenkomst voor het hele gezin op een leuke locatie en wordt ook een kinderprogramma aangeboden. Het is net een grote familiereünie.
Maar wat is er veel veranderd in die 20 jaar. Vaak denkt men dat zeldzame aandoeningen van niemand aandacht krijgen, maar voor cystinose is dit zeker niet het geval. We prijzen ons zeer gelukkig met een grote groep van gespecialiseerde behandelaars en onderzoekers die zich voor verbetering van de behandeling inzet.
De behandeling
Het medicijn cysteamine vertraagt de ziekte en moet levenslang ingenomen worden. Voor 1997 werd dit als “voedingssupplement” ingevoerd en door de eigen apotheek in oplossing gebracht. Aangezien dit een hele instabiele verbinding was, moest men iedere week een nieuw flesje bij de apotheek halen en het oude weggooien. Toen deze stof in 1997 in capsule vorm (Cystagon) op de markt kwam, was dat een enorme stap voorwaarts. Echter om een optimale behandeling te geven moet dit medicijn, 4x per dag, iedere 6 uur ingenomen worden. Dit betekent dat ouders iedere nacht hun bed uitmoeten om dit medicijn toe te dienen. Wanneer kinderen zelf de verantwoordelijkheid kunnen nemen, moeten zij zelf de wekker zetten en iedere nacht Cystagon innemen. Dat deze therapie heel zwaar is behoeft geen uitleg. Sinds enkele jaren is er een medicijn met dezelfde werkzame stof, maar dan met vertraagde afgifte op de markt (Procysbi). Deze vorm hoeft slechts 2x per dag ingenomen te worden, waardoor de nachtdosis komt te vervallen. Dit zou voor iedereen die met cystinose te maken heeft een enorme stap voorwaarts zijn maar ZIN (Zorg Instituut Nederland), heeft in al z’n wijsheid geoordeeld dat deze vorm geen meerwaarde heeft ten opzichte van Cystagon. Al onze argumenten ten spijt, zelfs het expert-rapport geschreven door key-specialisten uit België en Nederland samen met onze patiëntenvereniging werd door ZIN niet op waarde geschat. Het is voor ons onverteerbaar dat landen om ons heen wel over deze medicatie beschikken en wij hier in Nederland niet. Des te meer omdat een deel van onze leden deelgenomen heeft aan de trial die ongeveer 8 jaar heeft geduurd.
Oogdruppels
Het eerste artikel wat we hebben kunnen vinden over de behandeling van kristallen in het hoornvlies van Cystinose patiënten is van W. Gahl uit 1987. Het heeft nog tot 2017 geduurd voor oogdruppels op de markt kwamen in Nederland. Daarvoor waren het eerst de eigen apothekers die de oogdruppels maakten. Later werden oogdruppels centraal gemaakt door grotere apotheken, zoals b.v. in het Radboud. In Amerika is in 2012 goedkeuring verkregen door Leadiant voor Cystaran oogdruppels. Deze moeten net als de door apothekers gemaakte oogdruppels elk wakend uur gebruikt worden, dus 10 tot 12 keer per dag. In Europa is Orphan Europe, gestart met de ontwikkeling van oogdruppels (Cystadrops). Later is dit bedrijf overgenomen door Recordati. Samen met de artsen van het Radboud hebben we vele jaren contact gehouden over de voortgang. Toen Cystadrops uitontwikkeld was en door de EMA (Europees Medicijnen Agentschap) goedgekeurd, moest het in Nederland nog goedgekeurd worden voor vergoeding. Deze goedkeuring moet komen van de minister op advies van ZIN. In eerste instantie wees ZIN de aanvraag van Orphan Europe af. Gezamenlijk hebben we (artsen, Orphan Europe en patiëntenvereniging) ons toen sterk gemaakt, om toch goedkeuring te verkrijgen. Wij hebben ons als Cystinosegroep, met inbreng van al onze leden d.m.v. een enquête over het gebruik van de door apothekers gemaakte oogdruppels, zeker bijgedragen aan de goedkeuring door ZIN in 2e instantie. Cystadrops hoeven nog maar 4 maal daags te worden gebruikt en hoeven ook niet diepgevroren bewaard en vervoerd te worden. Om dit te bereiken heeft de fabrikant de oogdruppels viskeus en zuurder gemaakt. Voor sommige patiënten gaat dit goed, maar een relatief groot deel heeft last van prikken, roodheid, troebel zicht en/of korst vorming rond het oog. Daarnaast zijn er problemen met de verpakking. Inmiddels hebben we al weer een enquête gehouden en proberen we Recordati op basis daarvan te bewegen de verpakking en de kwaliteit van de druppels te verbeteren.
Vruchtbaarheid
Eén van de grootste mijlpalen uit de afgelopen 20 jaar was het onderzoek naar de vruchtbaarheid bij mannen met cystinose. Er was nog nooit een man met cystinose, vader geworden van een kindje. Door dit onderzoek en het inzicht dat men hierdoor verkreeg is gebleken dat via het oogsten van voorloper zaadcellen in combinatie met een IVF/ICSI procedure er wel een zwangerschap kan ontstaan. Ongeveer 6 jaar geleden is in Nederland de eerste tweeling geboren waarvan de vader cystinose heeft. Dit was voor onze hele groep een fantastische gebeurtenis en geeft op dit gebied veel toekomstperspectief.
Voor vrouwen met cystinose, die zwanger willen worden, is geen speciale behandeling nodig, behalve dat goed gekeken moet worden welke medicijnen ze wel en niet mogen gebruiken gedurende de zwangerschap. Bovendien moeten ze natuurlijk wel extra goed in de gaten worden gehouden tijdens de zwangerschap
'We vertellen allemaal hetzelfde verhaal en voelen ons verbonden.'
~ Marjolein en Fons
Patiëntenzorg
Gelukkig is de afgelopen 40 jaar de behandeling van kinderen met cystinose enorm verbeterd, zodat tegenwoordig het bereiken van de volwassen leeftijd volkomen normaal is. In de eerste plaats was hiervoor de mogelijkheid van niertransplantatie essentieel. Daarna, met de komst van Cysteamine/Cystagon, kon veelal het moment van niertransplantatie uitgesteld worden. Hier moest op ingespeeld worden, want er waren geen artsen voor volwassenen, die ervaring met dit ziektebeeld hadden. Prof. Dr. Elena Levtchenko is rond 2005 gestart met een volwassenpoli voor cystinose in het Radboud UMC in samenwerking met Dr. Mirian Janssen (metabool arts). De zorg voor cystinose is vervolgens verder verbeterd door het opzetten van het ‘expertise centrum zeldzame nierziekten’ in het Radboud UMC waarvan Dr. Marlies Cornelissen coördinator is. Dit expertise centrum is erkend door de minister en een van de hoofdaandachtsgebieden is cystinose. Het expertisecentrum fungeert ook als vraagbaak voor de behandelaars elders in het land. Dr. Cornelissen is ook verantwoordelijk voor de Cystinose kinderpoli. Naast de nefrologische zorg bestaan de poli’s ook uit een oogarts, een orthopedisch arts, een gespecialiseerd verpleegkundige en soms een maatschappelijk werker of een psycholoog. Sinds ongeveer 7 jaar is ERKnet (European Reference Network for Rare Kidney Diseases) opgericht. Zowel het expertisecentrum als ook de Cystinose Groep zijn aangesloten bij dit netwerk waardoor er een intensieve samenwerking binnen Europa mogelijk is.
Ondersteuning thuis en op school
Eigenlijk zijn de ouders van kinderen met cystinose zelf de specialisten op het gebied van ondersteuning thuis en op school. De kennis overdracht loopt hier via presentaties door ouders, maar ook door contact onderling tussen ouders op onze bijeenkomsten. Veel kinderen met cystinose hebben extra ondersteuning nodig. Dit kan zijn voor thuis. Bijvoorbeeld om ’s nachts medicijnen te geven of hulpverlening bij het gebruik van sondevoeding. De kinderthuiszorg kan deze taken uitvoeren. Daarnaast kunnen kinderen ondersteuning nodig hebben bij hun motorische ontwikkeling van fysio- of ergotherapeuten. Wanneer kinderen in de pubertijd komen kan ook psychologische ondersteuning nodig zijn. De voorgenoemde zorg kan betaald worden uit een persoonsgebonden budget (PGB), zorgverzekering of uit de WMO via de gemeente. Het vergt het nodige uitzoekwerk. Voor school bestond tot enkele jaren geleden de leerling gebonden financiering (rugzakje). Tegenwoordig is daar een regeling voor die via zogenaamde arrangementen van samenwerkingsverbanden (van scholen) loopt en waaruit ambulante begeleiding op school betaald kan worden. De begeleiding wordt opgezet in samenspraak tussen ouders, leerkracht, ambulant begeleider en intern begeleider. In zijn algemeenheid voor zowel extra begeleiding op school en zorg thuis geldt dat de aanhouder wint.
Internationaal
Sinds de start in 2000 van de Internationale Conferentie in Bergamo, Italië, is er iedere 2 jaar een nieuwe conferentie georganiseerd in steeds een ander Europees land. Zo zijn we in Ierland (2x), Engeland (1x), Spanje (2x), Frankrijk (2x), Duitsland (1x) en Nederland (1x) geweest en met trots gaan wij de volgende conferentie organiseren die in 2022 plaats zal vinden. Deze conferenties kenmerken zich door een samenkomst van iedereen die te maken heeft met cystinose dus: families, volwassen patiënten, onderzoekers en behandelaars vanuit de hele wereld.
Op deze conferenties hebben we onze collega patiëntvertegenwoordigers uit andere landen leren kennen en na een aanloop periode hebben we vorig jaar besloten dat we een officiële organisatie willen vormen, namelijk: Cystinosis Network Europe (CNE). De patiëntvertegenwoordigers uit Europese landen zijn volledig lid en de vertegenwoordigers uit USA, Zuid Afrika, Australië zijn bijzonder lid. De taken van CNE zijn: het organiseren van de tweejaarlijkse Internationale Cystinose Conferentie (zie hierboven) en de organisatie van Worldwide Community Advisory Board (CAB). De CAB is een internationaal klankbord voor farmaceutische bedrijven, waar over de ontwikkeling van nieuwe of verbetering van bestaande medicijnen kan worden gesproken. Zo kunnen we als gezamenlijke patiëntenverenigingen invloed uitoefenen op medicijnontwikkeling en het opzetten van onderzoek waaraan patiënten deelnemen. De CAB bestaat uit patiënten, ouders en grootouders van patiënten, dus mensen die het patiënten perspectief prima kunnen vertegenwoordigen.
Activiteiten
Een kleine greep uit de activiteiten van de Cystinose groep over de afgelopen 20 jaar naast wat hier boven al is beschreven. We hebben een brochure gemaakt ‘Omgaan met eetgewoonten en medicijngebruik’, omdat cystinose patiënten door het Fanconi syndroom heel afwijkende eet en drinkgewoonten hebben en veel medicijnen moeten gebruiken. Deze brochure is later omgezet in tips & tricks, zoals deze nog altijd op de site van de Cystinosegroep Nederland te vinden zijn. Hetzelfde geld voor de huisartsenbrochure over cystinose, die we samen met de VKS, het Nederlands Huisartsen Genootschap en de VSOP (een organisaties voor genetische en zeldzame aandoeningen) hebben opgezet. Natuurlijk hebben ook de artsen van het expertise centrum en Prof. Dr. Elena Levtchenko een groot aandeel gehad om te zorgen dat de brochure de juiste informatie bevat. Daarna hebben we voor een Engelse vertaling van deze brochure gezorgd en die gedeeld met al onze collega’s in CNE. De brochure moet het huisartsen mogelijk maken patiënten met cystinose te ondersteunen.
Toekomst
Voor de toekomst verwachten wij en zetten wij ons in voor een verdere verbetering van de behandeling van Cystinose patiënten. Allereerst zijn de verwachtingen van gentherapie voor Cystinose hooggespannen. De eerste 3 patiënten hebben in de VS een behandeling ondergaan. Wanneer deze behandeling succesvol verloopt willen we natuurlijk dat dit ook in Europa mogelijk wordt. In principe kan gentherapie voor genezing zorgen, maar reeds ontstane schade kan niet worden weggenomen. Een tweede punt waar wij op inzetten is hielprik screening voor cystinose in Nederland. Het principe hiervan is al aangetoond in Duitsland, maar het zal zeker nog een aantal jaren duren voor het ingevoerd kan worden. Bovendien is goedkeuring van de minister nodig. Het grote voordeel van hielprik screening is dat meteen met cysteamine therapie kan worden begonnen en schade aan de nieren kan worden voorkomen. In gezinnen met 2 kinderen met cystinose, waarbij het 2e kind van het begin af aan met cysteamine is behandeld kan niertransplantatie worden voorkomen. Hielprik screening zou daardoor grote gezondheidswinst kunnen opleveren. Wij zullen ons zeker ook nog sterk blijven maken om tot vergoeding van Cysteamine therapie met vertraagde afgifte in Nederland te komen. Zoals eerder beschreven kan dit de kwaliteit van leven van de huidige patiëntenpopulatie enorm verbeteren.
Door Marjolein Bos en Fons Sondag